Speciale unitaire groep

In de groepentheorie, een deelgebied van de wiskunde, is de speciale unitaire groep van graad n {\displaystyle n} , genoteerd als S U ( n ) {\displaystyle \mathrm {SU} (n)} , de groep van unitaire n × n {\displaystyle n\times n} -matrices met determinant 1. De groepsbewerking is die van de matrixvermenigvuldiging. De speciale unitaire groep is een deelgroep van de unitaire groep U ( n ) {\displaystyle \mathrm {U} (n)} van unitaire n × n {\displaystyle n\times n} -matrices, die zelf weer een deelgroep is van de algemene lineaire groep G L ( n , C ) {\displaystyle \mathrm {GL} (n,\mathbb {C} )} .

De groepen S U ( n ) {\displaystyle \mathrm {SU} (n)} vinden een brede toepassing in het standaardmodel in de natuurkunde, speciaal de S U ( 2 ) {\displaystyle \mathrm {SU} (2)} in de elektro-zwakke interactie en S U ( 3 ) {\displaystyle \mathrm {SU} (3)} in de kwantumchromodynamica.

Het simpelste geval, S U ( 1 ) {\displaystyle \mathrm {SU} (1)} , is de triviale groep, die slechts één enkel element heeft. De groep S U ( 2 ) {\displaystyle \mathrm {SU} (2)} is isomorf met de groep van de quaternionen met absolute waarde gelijk aan 1, en zijn dus diffeomorf met de 3-sfeer. Aangezien eenheidsquaternionen worden gebruikt om rotaties in de driedimensionale ruimte weer te geven, hebben we een surjectief homomorfisme van S U ( 2 ) {\displaystyle \mathrm {SU} (2)} met de rotatiegroep S O ( 3 ) {\displaystyle \mathrm {SO} (3)} , waarvan de kern gelijk is aan { + I , I } {\displaystyle \{+I,-I\}} .

Eigenschappen

De speciale unitaire groep S U ( n ) {\displaystyle \mathrm {SU} (n)} is een reële matrix lie-groep van dimensie n 2 1 {\displaystyle n^{2}-1} . Topologisch is de speciale unitaire groep compact en enkelvoudig samenhangend. Algebraïsch is het een enkelvoudige lie-groep (dit betekent dat zijn lie-algebra enkelvoudig is; zie onder). Het centrum van S U ( n ) {\displaystyle \mathrm {SU} (n)} is isomorf met de cyclische groep Z n {\displaystyle \mathbb {Z} _{n}} . De uitwendige automorfismegroep, voor n 3 {\displaystyle n\geq 3} , is Z 2 {\displaystyle \mathbb {Z} _{2}} , terwijl de uitwendige automorfismegroep voor S U ( 2 ) {\displaystyle \mathrm {SU} (2)} de triviale groep is.

De S U ( n ) {\displaystyle \mathrm {SU} (n)} wordt als algebra gegenereerd door n 2 {\displaystyle n^{2}} operatoren die voor i , j , k , l = 1 , 2 , , n {\displaystyle i,j,k,l=1,2,\ldots ,n} voldoen aan de commutatorrelatie

[ O ^ i j , O ^ k l ] = δ j k O ^ i l δ i l O ^ k j {\displaystyle \left[{\hat {O}}_{ij},{\hat {O}}_{kl}\right]=\delta _{jk}{\hat {O}}_{il}-\delta _{il}{\hat {O}}_{kj}}

In aanvulling hierop moet de operator

N ^ = i = 1 n O ^ i i {\displaystyle {\hat {N}}=\sum _{i=1}^{n}{\hat {O}}_{ii}}

voldoen aan

[ N ^ , O ^ i j ] = 0 {\displaystyle \left[{\hat {N}},{\hat {O}}_{ij}\right]=0} ,

wat impliceert dat het aantal onafhankelijke generatoren van S U ( n ) {\displaystyle \mathrm {SU} (n)} gelijk is aan n 2 1 {\displaystyle n^{2}-1} .[1]

SU(2)

Een algemene S U ( 2 ) {\displaystyle \mathrm {SU} (2)} -matrix heeft de vorm

U = ( a b b a ) {\displaystyle U={\begin{pmatrix}a&b\\-b^{*}&a^{*}\end{pmatrix}}} ,

waarin {\displaystyle *} staat voor de complex geconjugeerde en a {\displaystyle a} en b {\displaystyle b} complexe getallen zijn met

| a | 2 + | b | 2 = 1 {\displaystyle |a|^{2}+|b|^{2}=1}

In de definiërende representatie zijn de generatoren T a {\displaystyle T_{a}} proportioneel aan de Pauli-matrices σ a {\displaystyle \sigma _{a}} via:

T a = σ a 2 {\displaystyle T_{a}={\frac {\sigma _{a}}{2}}}

waarin:

σ 1 = ( 0 1 1 0 ) , σ 2 = ( 0 i i 0 ) , σ 3 = ( 1 0 0 1 ) {\displaystyle \sigma _{1}={\begin{pmatrix}0&1\\1&0\end{pmatrix}},\quad \sigma _{2}={\begin{pmatrix}0&-i\\i&0\end{pmatrix}},\quad \sigma _{3}={\begin{pmatrix}1&0\\0&-1\end{pmatrix}}}

Merk op dat alle generatoren, zoals vereist spoorloze hermitische matrices zijn.

De structuurconstanten voor S U ( 2 ) {\displaystyle \mathrm {SU} (2)} worden gedefinieerd door het Levi-Civita-symbool

f 123 = 1 {\displaystyle f^{123}=1}

De rest kan worden bepaald door antisymmetrie. Alle d {\displaystyle d} -waarden verdwijnen.

SU(3)

De generatoren T {\displaystyle T} van S U ( 3 ) {\displaystyle \mathrm {SU} (3)} worden in de definiërende representatie gegeven door:

T a = λ a 2 {\displaystyle T_{a}={\frac {\lambda _{a}}{2}}}

waarin de Gell-Mann-matrices λ {\displaystyle \lambda } voor S U ( 3 ) {\displaystyle \mathrm {SU} (3)} het analogon zijn van de pauli-matrix voor S U ( 2 ) {\displaystyle \mathrm {SU} (2)} :

λ 1 = ( 0 1 0 1 0 0 0 0 0 ) {\displaystyle \lambda _{1}={\begin{pmatrix}0&1&0\\1&0&0\\0&0&0\end{pmatrix}}} λ 2 = ( 0 i 0 i 0 0 0 0 0 ) {\displaystyle \lambda _{2}={\begin{pmatrix}0&-i&0\\i&0&0\\0&0&0\end{pmatrix}}} λ 3 = ( 1 0 0 0 1 0 0 0 0 ) {\displaystyle \lambda _{3}={\begin{pmatrix}1&0&0\\0&-1&0\\0&0&0\end{pmatrix}}}
λ 4 = ( 0 0 1 0 0 0 1 0 0 ) {\displaystyle \lambda _{4}={\begin{pmatrix}0&0&1\\0&0&0\\1&0&0\end{pmatrix}}} λ 5 = ( 0 0 i 0 0 0 i 0 0 ) {\displaystyle \lambda _{5}={\begin{pmatrix}0&0&-i\\0&0&0\\i&0&0\end{pmatrix}}} λ 6 = ( 0 0 0 0 0 1 0 1 0 ) {\displaystyle \lambda _{6}={\begin{pmatrix}0&0&0\\0&0&1\\0&1&0\end{pmatrix}}}
λ 7 = ( 0 0 0 0 0 i 0 i 0 ) {\displaystyle \lambda _{7}={\begin{pmatrix}0&0&0\\0&0&-i\\0&i&0\end{pmatrix}}} λ 8 = 1 3 ( 1 0 0 0 1 0 0 0 2 ) {\displaystyle \lambda _{8}={\frac {1}{\sqrt {3}}}{\begin{pmatrix}1&0&0\\0&1&0\\0&0&-2\end{pmatrix}}}

Merk op dat alle generatoren, zoals vereist spoorloze hermitische matrices zijn.

Dit voldoet aan de relaties

[ T a , T b ] = i c = 1 8 f a b c T c {\displaystyle \left[T_{a},T_{b}\right]=i\sum _{c=1}^{8}{f_{abc}T_{c}}}

waarin de structuurconstanten worden gegeven door

f 123 = 1 {\displaystyle f^{123}=1}
f 147 = f 156 = f 246 = f 257 = f 345 = f 367 = 1 2 {\displaystyle f^{147}=-f^{156}=f^{246}=f^{257}=f^{345}=-f^{367}={\tfrac {1}{2}}}
f 458 = f 678 = 1 2 3 {\displaystyle f^{458}=f^{678}={\tfrac {1}{2}}{\sqrt {3}}}

De d {\displaystyle d} -waarden zijn:

d 118 = d 228 = d 338 = d 888 = 1 3 3 {\displaystyle d^{118}=d^{228}=d^{338}=-d^{888}={\frac {1}{3}}{\sqrt {3}}}
d 448 = d 558 = d 668 = d 778 = 1 6 3 {\displaystyle d^{448}=d^{558}=d^{668}=d^{778}=-{\frac {1}{6}}{\sqrt {3}}}
d 146 = d 157 = d 247 = d 256 = d 344 = d 355 = d 366 = d 377 = 1 2 {\displaystyle d^{146}=d^{157}=-d^{247}=d^{256}=d^{344}=d^{355}=-d^{366}=-d^{377}={\tfrac {1}{2}}}

Referenties

  1. R.R. Puri, Mathematical Methods of Quantum Optics (Wiskundige methoden van de kwantumoptica), Springer, 2001.