Partitie (verzamelingenleer)

Partitie van een verzameling in zes delen weergegeven door een eulerdiagram

In de verzamelingenleer is een partitie P {\displaystyle P} van een verzameling A {\displaystyle A} een opdeling van A {\displaystyle A} in niet-lege onderling disjuncte delen. De deelverzamelingen van A {\displaystyle A} , die samen de partitie P {\displaystyle P} van A {\displaystyle A} vormen, mogen niet leeg zijn, hun onderlinge doorsnede is steeds de lege verzameling en hun vereniging is A {\displaystyle A} . Een partitie is een familie van deelverzamelingen. De deelverzamelingen, die element van dezelfde partitie zijn, worden ook wel de klassen binnen die partitie genoemd.

Definitie

Een partitie van een verzameling A {\displaystyle A} is een familie P {\displaystyle P} van deelverzamelingen van A {\displaystyle A} , die voldoet aan:

  • P {\displaystyle \varnothing \notin P} : geen van de deelverzamelingen in de familie is leeg;
  • voor alle verschillende deelverzamelingen D , E P {\displaystyle D,E\in P} is D E = {\displaystyle D\cap E=\varnothing } : de familie bestaat uit onderling disjuncte deelverzamelingen;
  • D P D = A {\displaystyle \bigcup _{D\in P}D=A} : de deelverzamelingen in P {\displaystyle P} vormen gezamenlijk heel A {\displaystyle A} .

Aantal

Het aantal partities van een verzameling van n {\displaystyle n} elementen wordt gegeven door het n {\displaystyle n} -de getal van Bell B n {\displaystyle B_{n}} .[1] Voor kleine n {\displaystyle n} zijn dat, te beginnen met B 0 {\displaystyle B_{0}} :

1, 1, 2, 5, 15, 52, 203, 877, 4140

Voorbeelden

Zij A = { 1 , 2 , 3 , 4 } {\displaystyle A=\{1,2,3,4\}} dan is { { 1 , 2 } , { 3 } , { 4 } } {\displaystyle \{\{1,2\},\{3\},\{4\}\}} een partitie van A {\displaystyle A} . De familie { { 1 , 2 } , { 2 , 3 } , { 3 , 4 } } {\displaystyle \{\{1,2\},\{2,3\},\{3,4\}\}} is geen partitie van A {\displaystyle A} , omdat de leden niet onderling disjunct zijn en { { 1 } , { 3 } , { 4 } } {\displaystyle \{\{1\},\{3\},\{4\}\}} is geen partitie, omdat de vereniging van de leden niet heel A {\displaystyle A} oplevert.

Het paar bestaande uit enerzijds de verzameling van de even getallen, en anderzijds de verzameling van de oneven getallen, vormt een partitie van de verzameling Z {\displaystyle \mathbb {Z} } van de gehele getallen. Algemener vormen de restklassen bij deling door een natuurlijk getal n > 0 {\displaystyle n>0} een partitie van Z {\displaystyle \mathbb {Z} } .

De lege familie is de enige partitie van de lege verzameling.

Als R {\displaystyle R} een equivalentierelatie is op een verzameling A {\displaystyle A} , dan vormen de equivalentieklassen van R {\displaystyle R} samen een partitie van A {\displaystyle A} . De verzamelingen, die element zijn van een bepaalde partitie, kunnen omgekeerd als de equivalentieklassen van een equivalentierelatie R {\displaystyle R} worden geïnterpreteerd. Er is dus een bijectie tussen de partities van een verzameling A {\displaystyle A} en de equivalentierelaties op A {\displaystyle A} .

Voetnoten
  1. rij A000110 in OEIS