Ongelijkheid (wiskunde)

Een ongelijkheid is in de wiskunde een relatie die iets zegt over de relatieve grootte van twee wiskundige objecten. Ongelijkheden berusten op de relatie "kleiner dan", genoteerd als "<", die aangeeft dat wat links van het ongelijkteken staat kleiner is dan wat rechts staat.

Definitie en notatie

Van twee reële getallen a {\displaystyle a} en b {\displaystyle b} zegt men dat a {\displaystyle a} kleiner is dan b {\displaystyle b} , genoteerd als a < b {\displaystyle a<b} , als er een positief getal c {\displaystyle c} is, waarvoor a + c = b {\displaystyle a+c=b} .

  • In plaats van a < b {\displaystyle a<b} schrijft men ook b > a {\displaystyle b>a} , en zegt: b {\displaystyle b} is groter dan a {\displaystyle a} .
  • Voor a < b {\displaystyle a<b} of a = b {\displaystyle a=b} schrijft men kort: a b {\displaystyle a\leq b} , en men zegt: a {\displaystyle a} is kleiner dan of gelijk aan b {\displaystyle b} of kort a {\displaystyle a} is kleiner of gelijk b . {\displaystyle b.}
  • Voor a > b {\displaystyle a>b} of a = b {\displaystyle a=b} schrijft men kort: a b {\displaystyle a\geq b} , en men zegt: a {\displaystyle a} is groter dan of gelijk aan b {\displaystyle b} of kort a {\displaystyle a} is groter of gelijk b . {\displaystyle b.}

De relaties < {\displaystyle <} en > {\displaystyle >} worden strikte ongelijkheden genoemd, dit in tegenstelling tot {\displaystyle \leq } en {\displaystyle \geq } .

Hoewel zonder exacte betekenis schrijft men wel:

  • a b {\displaystyle a\ll b} met de betekenis: a {\displaystyle a} is veel kleiner dan b {\displaystyle b} .
  • a b {\displaystyle a\gg b} met de betekenis: a {\displaystyle a} is veel groter dan b {\displaystyle b} .

Gebruik

Voor alle reële getallen a {\displaystyle a} en b {\displaystyle b} is voldaan aan precies een van volgende drie mogelijkheden:

  • a < b {\displaystyle a<b}
  • a = b {\displaystyle a=b}
  • a > b {\displaystyle a>b}

Om ongelijkheden in een makkelijker berekenbare vorm om te zetten, bestaan voor de basisbewerkingen enkele rekenregels:

  • Optelling en aftrekking van reële getallen a , b {\displaystyle a,b} en c {\displaystyle c} :
    • Als a < b {\displaystyle a<b} , geldt: a + c < b + c {\displaystyle a+c<b+c} en a c < b c {\displaystyle a-c<b-c} .
  • Vermenigvuldiging en deling van reële getallen a , b {\displaystyle a,b} en c {\displaystyle c} met c 0 {\displaystyle c\neq 0} :
    • Als c > 0 {\displaystyle c>0} is en a < b {\displaystyle a<b} , geldt: a c < b c {\displaystyle ac<bc} en a / c < b / c {\displaystyle a/c<b/c} .
    • Als c < 0 {\displaystyle c<0} is en a < b {\displaystyle a<b} , geldt: a c > b c {\displaystyle ac>bc} en a / c > b / c {\displaystyle a/c>b/c} .
  • Eenvoudig te onthouden is dat de ongelijkheid omgedraaid wordt als:
    • Men beide leden vermenigvuldigt met of deelt door een negatief getal.
    • Men beide leden omkeert: bijvoorbeeld a / b < c / d b / a > d / c {\displaystyle a/b<c/d\implies b/a>d/c}

Ongelijkheden worden theoretisch vaak gebruikt om een boven- of ondergrens te bepalen voor grootheden, die niet eenvoudig berekenbaar zijn. Belangrijkste voorbeelden uit de maattheorie zijn de driehoeksongelijkheid, ongelijkheid van Cauchy-Schwarz, en ongelijkheid van Hölder, in de statistiek de ongelijkheden van Markov, Chebyshev en Cramér-Rao. In de praktijk komen ongelijkheden vrijwel altijd voor om voorwaarden op te leggen aan bepaalde onbekenden bij het oplossen van een stelsel van vergelijkingen.

Zie ook

  • Partiële orde
  • Gebruik van de tekens "<" en ">" als haakjes
  • Guillemet - de tekens "«" en "»"