Astarte trigonata

Astarte trigonata
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Plioceen
Astarte trigonata
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Mollusca (Weekdieren)
Klasse:Bivalvia (Tweekleppigen)
Orde:Venerida
Familie:Astartidae
Geslacht:Astarte
Ondergeslacht:Carinastarte
Soort
Astarte trigonata
Nyst, 1881
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Astarte (Carinastarte) trigonata is een uitgestorven marien tweekleppig weekdier.

Beschrijving

Schelpkenmerken

De schelpen zijn stevig en hebben een ongelijkzijdige driehoekige vorm. De umbo is spits toelopend, ligt voor het midden van de schelp en is naar voren gebogen. De onderzijde van de schelp loopt recht en is soms iets concaaf. De onderrand gaat met een knik over in de achterzijde. Van de umbo naar deze knik loopt een zwak gebogen kiel over de schelp. De sculptuur bestaat uit tamelijk brede concentrische ribben die bij de umbo geconcentreerd zijn. De ribben zijn door een vrij brede tussenribsruimte van elkaar gescheiden. Het overige deel van de schelp is afgezien van zwakke onregelmatige groeilijnen geheel glad. Aan weerszijden van de umbo liggen langgerekt halvemaanvormige onscherp begrensde gladde veldjes. Aan de binnenzijde is de onderrand gecrenuleerd. Er is een krachtig heterodont slot. Een mantelbocht ontbreekt in de duidelijk geprononceerde mantellijn. Er zijn aan weerszijden twee duidelijke en iets verdiepte spierindruksels aanwezig.

Afmetingen van de schelp

  • lengte: tot 22 millimeter.

Levenswijze

Astarte trigonata wordt tot de infauna gerekend en is vrijwel zeker een filteraar geweest.

Fossiel voorkomen

Astarte trigonata is alleen fossiel bekend uit afzettingen uit het Plioceen in het Noordzeebekken. De soort is zeldzaam aanwezig in het oudere deel van de Formatie van Oosterhout in de (Subzone van Chlamys gerardi en Astarte trigonata).

Op het Noordzeestrand spoelt deze soort zeer zeldzaam aan op stranden in de provincie Zeeland.

Oorsprong

Astarte trigonata is de laatste vertegenwoordiger uit een groep van soorten endemisch in het Noordzeebekken die een evolutionaire lijn vormt. Deze ontwikkeling begint tijdens het Mioceen begint en eindigt in het Plioceen. Andere soorten uit deze lijn zijn Astarte rollei en Astarte reimersi.

Zie ook

Bronnen, noten en/of referenties
  • Brakman, C., 1937. Een weinig bekende Nederlandsche fossiele Astarte: Astarte trigonata Nyst. Basteria, 2(4): 61, 1 fig.
  • (fr) Glibert, M., 1957b. Pélécypodes du Diestien, du Scaldisien et du Merxemien de la Belgique. 2me Note. Bull. Inst. Roy. Sci. nat. Belg., 33(47): 1-28.
  • (en) Heering, J., 1950. Pelecypoda (and Scaphopoda) of the Pliocene and older-Plistocene deposits of the Netherlands. Mededelingen Geologische Stichting, C-IV-1, no 9., pp. 1-225.
  • (nl) Moerdijk, P.W., Janssen, A.W., Wesselingh, F.P., Peeters, G.A., Pouwer, R., Van Nieulande, F.A.D., Janse, A.C., Van Der Slik, L. (†), Meijer, T., Rijken, R., Cadée, G.C., Hoeksema, D., Doeksen, G., Bastemeijer, A., Strack, H., Vervoenen, M., Ter Poorten, J.J., 2010. De Fossiele Schelpen van de Nederlandse kust. In: Geologie van Nederland, NCB NATURALIS, Leiden, 320 pp.; ISBN 978-90-5011-342-7.
  • (fr) Nyst, P.H., 1878-1881. Conchyliologie des terrains tertiaires de la Belgique. Annales du Musée Royale d'Histoire Naturelle de Belgique, 3: 1-262 (1878), 28 pls. (1881).
  • Spaink, G., 1975. Zonering van het mariene Onder-Pleistoceen en Plioceen op grond van mollusken fauna's. In: W.H.Zagwijn & C.J. van Staalduinen (eds), Toelichting bij geologische overzichtskaarten van Nederland. Rijks Geologische Dienst, Haarlem: 118-122.
  • (en) Wood, S.V., 1851-1860. A monograph of the Crag Mollusca, or, description of shells from the Middle and Upper Tertiaries of the east of England, 2. Bivalves. Monograph of the Palaeontographical Society of London, 1-150, pls 1-12 (1851); 151-216, pls 13-20 (1853); 217-342, pls 21-31 (1857), notes 1, 2 (1860).